Terugblik afscheid Fleur Spijker

27 december 2024

Na 4 jaar met toewijding te hebben gewerkt als raadslid en 6,5 jaar als wethouder nam Fleur Spijker op donderdag 19 december in een bijzondere raadsvergadering afscheid van het openbaar bestuur in Leiden.

De foto's zijn van Buro JP. De raadsvergadering is terug te kijken op ons raadsinformatiesysteem

Haar afscheidswoorden waren gegoten in een gedicht van voormalig stadsdichter Wouter Idema. 

Geachte leden van de raad
Ik hoop u bent tevreden
Met mij die hier nu voor u staat
En hoe ik heb gestreden
Van smorgens vroeg tot savonds laat
Voor toekomst én verleden
Van deze stad, die nooit vergaat
De mooiste van alle steden

Geachte leden van de raad
Dit is mijn afscheidsrede
Ik neem u mee, in woord en daad
Voordat ik af zal treden
Langs park en steen en gracht en straat
En wat bijzonderheden
Van tien jaar werken voor de staat
Een kleine dwarsdoorsnede
Van deze stad, die nooit vergaat
De mooiste van alle steden

Geachte leden van de raad
Wilt u met mij betreden
De Catharinabrug, ze staat
Sinds acht jaar lang geleden
Een S-vorm die haar sierlijk laat
Bewegen zonder rede
Hoe zij het water overgaat
Omhoog en naar beneden
En stevig een verbinding slaat
Van toekomst met verleden
Zo trachtte ik, met raad en daad,
Dit ambt ook te bekleden
De oude schoonheid delicaat
Vernieuwend te verbreden
Van deze stad, die nooit vergaat
De mooiste van alle steden

Geachte leden van de raad
Nu gaan we naar beneden
De Garenmarktgarage gaat
Omlaag, trede voor trede,
Ik heb zes jaar geleden
Een tijdscapsule daar geplaatst
Op zestien meter diep bestaat
Een stuk gestold verleden
Gegoten in beton: het laat
Bewaren tot op heden
De stand van zaken en de staat
Van Leidens lief en leden
Zo stopte ik een surrogaat
Waarvan mijn hart steeds sneller slaat
In alles wat we deden
Ik hoop dat ik iets achterlaat
En mee mocht helpen smeden
Aan deze stad, die nooit vergaat,
Een Spijker slaan, zodat zij staat
De mooiste van alle steden

Geachte leden van de raad
De dingen die we deden
Het is een bont gebloemd gewaad
Teveel om te ontleden
Ik geef u hier de rode draad
Van wat is langs gegleden
Een schoorsteen waarop windkracht staat
Of dat ik op mocht treden
Met van Buuren uit m’n plaat
Of grootse werkzaamheden
Het BioSciencePark beslaat
Een keur aan mogelijkheden
Maar ook aan waar een marktkraam staat
Mocht ik mijn tijd besteden
En wat heb ik, met uw mandaat,
Voor hoogbouw hard gestreden
Soms was ik spijkerhard, kordaat
Soms moest ik zachtjes kneden
Maar altijd open van gelaat
’t vizier nooit naar beneden
En met de menselijke maat
Naar buiten toe getreden
In deze stad, die nooit vergaat,
De mooiste van alle steden

Geachte leden van de raad
Nu zal ik af gaan treden
De tijd die komt, de tijd die gaat
Maar Leiden leeft een heden
Dat steeds een nieuwe weg inslaat
Ik mocht dat pad betreden
Met dankbaarheid, in woord en daad,
Heb ik dit ambt beleden
Voor alle mensen van de straat,
Lokale overheden,
Het ambtelijke apparaat
En mijn collegeleden
En u, die hier nu voor mij staat
Voor u, geachte leden,
De stad waar u symbool voor staat
De mooiste van alle steden